1. Uitgangspunt
Alle kinderen moeten zich in hun basisschoolperiode veilig voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen.
Daarom besteden we veel aandacht aan sociale vaardigheden ( klasgesprekken, gevoelens leren benoemen, prenten, verhalen, hoe kan je na een ruzie het weer goed maken met elkaar… ). Kinderen die goed kunnen aangeven wat ze graag willen maar ook wat ze niet graag willen staan sterker in het leven.
Door regels en afspraken concreet af te spreken, kunnen kinderen en volwassenen, als er zich ongewenste situaties voordien, elkaar aanspreken op deze regels en afspraken. Communicatie is een eerste manier om een meningsverschil op te lossen. Maak dus een afspraak met een leerkracht i.p.v. aan de poort of op de sportclub….. te praten over schoolse voorvallen.
Door elkaar te steunen en wederzijds respect te tonen, stellen we alle kinderen in de gelegenheid om met veel plezier naar school te gaan !
Leerlingen, leerkrachten en ouders onderschrijven gezamenlijk dit pest-actie-plan.
2. Plagen of pesten ?
Plagen is niet hetzelfde als pesten. De verschillen zou je zo kunnen aangeven :
PLAGEN | PESTEN |
---|---|
Gelijkwaardigheid | Machtsverschil |
Wisselend “slachtofferschap” | Hetzelfde slachtoffer |
Humoristisch | Kwetsend |
Af en toe | Vaak / voortdurend |
Een definitie van pesten op school luidt als volgt : “Pesten is het systematisch uitoefenen van psychische en/of fysieke mishandeling door een leerling of een groep leerlingen van één of meer klasgenoten (andere kinderen ), die niet ( meer ) in staat zijn zichzelf te verdedigen”.
Met deze definitie is het verschil tussen pesten en plagen duidelijk aangegeven. Bij plagen is er sprake van incidenten. Pesten echter gebeurt systematisch : een aantal keren per week, één keer per week of volgens een andere regelmaat.
We doen allemaal wel eens iets ( al dan niet bewust ) wat een ander niet bevalt. Echter, wanneer de ander aangeeft dat dit moet stoppen en je gaat toch door, dan spreken we van pesten.
Pesten komt helaas ook bij ons op school voor. Het is een probleem dat wij onder ogen willen zien en op onze school dan ook serieus willen aanpakken.
HOE WILLEN WIJ DAAR MEE OMGAAN ?
Op school willen we regelmatig een onderwerp in de klasgroep aan de orde stellen. Dit in het kader van het werken aan/ versterken van de sociale vaardigheden. Onderwerpen als veiligheid, omgaan met elkaar, rollen in een groep, aanpak van ruzies… kunnen aan bod komen. Andere werkvormen zijn ook denkbaar zoals spreekbeurten, rollenspelen, regels en afspraken maken, groepswerk…..
Het voorbeeld van de leerkrachten ( en thuis van de ouders ) is van groot belang. Er zal minder gepest worden in een klimaat waar duidelijkheid heerst over de omgang met elkaar, waar verschillen worden aanvaard en waar ruzies niet met geweld worden opgelost maar uitgesproken. Agressief gedrag van leerkrachten, ouders en leerlingen wordt NIET geaccepteerd. Leerkrachten en ouders horen duidelijk stelling te nemen tegen dergelijke gedragingen.
De school moet proberen pestproblemen te voorkomen. Los van het feit of pesten wel of niet aan de orde is, moet het onderwerp pesten met de kinderen bespreekbaar worden gemaakt, waarna met hen regels worden opgemaakt.
Als pesten optreedt, moeten leerkrachten ( in samenwerking met de ouders ) dat signaleren en duidelijk stelling nemen.
Wanneer pesten ondanks alle inspanningen toch weer de kop opsteekt, moet de school beschikken over een directe aanpak.
Wanneer het probleem niet op de juiste wijze wordt aangepakt of de aanpak niet het gewenste resultaat oplevert, dan zal er overlegd worden over een andere aanpak, eventueel met de hulp van externe instanties. De vertrouwenspersoon kan het probleem onderzoeken, deskundigen raadplegen en het bevoegd gezag adviseren.
3. Preventief pestbeleid
Het klimaat van de school
Wij vinden een goed pedagogisch klimaat zeer belangrijk. Dat uit zich in aandacht voor normen en waarden die we vanuit de identiteit van de school belangrijk vinden.
Samenwerken zonder bemoeienissen
School en gezin halen voordeel uit een goede samenwerking en communicatie. Dit neemt niet weg dat iedere partij moet waken over haar eigen grenzen. Het is bijvoorbeeld niet de bedoeling dat ouders naar school komen om eigenhandig een probleem voor hun kind te komen oplossen. Bij problemen van pesten zullen de directie en de leerkrachten hun verantwoordelijkheid nemen en indien nodig overleg voeren met de ouders. De inbreng van de ouders blijft beperkt tot het signaleren en aanreiken van informatie, tot het geven van suggesties aan de leerkracht en tot het positief ondersteunen van de aanpak van de school.
Afspraken
1. Benader de ander zoals je zelf benaderd wil worden.
2. Vertel het aan de juf wanneer er iets gebeurt wat jij niet fijn of gevaarlijk vindt.
3. We noemen elkaar bij de voornaam en gebruiken geen scheldwoorden.
4. Ben je boos ? Probeer er over te praten of ga anders naar de juf.
5. Spullen van een ander kind of van de school behandel je met respect, net zoals je eigen spullen.
6. Kinderen die pesten zitten zelf in de nesten !
7. Word je gepest of heb je ruzie ? Praat er thuis ook over, je moet het niet geheim houden. Is het opgelost ? Dan kunnen we vergeven en vergeten.
8. We luisteren naar elkaar en nemen de ander serieus.
9. Jij mag er zijn !
10. In onze school is iedereen welkom !
Werkvormen
Binnen het groepswerk, het kringgesprek en de lessen sociale vaardigheden zitten veel sociaalvormende kansen. De kinderen leren hoe ze met elkaar in gesprek kunnen gaan en worden geactiveerd om zich te verdiepen in de mening van een ander. Deze werkvormen zorgen voor een leeromgeving die sociaal gedrag versterkt.
Als handleiding gebruiken we hierbij de methode “Leefsleutels”. Vanaf klas 1 worden er gezamenlijke klasregels afgesproken, door de leerlingen ondertekend en opgehangen in de klas. In meerdere klassen van de lagere school wordt er gewerkt met “klassenpost” : een soort brievenbus, geheimendoos waarin elk kind ( ook het gepeste kind en de pester ) een berichtje kan achterlaten voor de juf. Wij hopen zo kinderen die niet zo snel praten wel bereid te vinden om het probleem aan te kaarten. Ook wordt er gewerkt met “leerling van de week”. Elk kind wordt zo positief in de belangstelling geplaatst. Elke medeleerling schrijft iets leuks over hem of haar.
Meer info hierover kan je bevragen bij de klasleerkracht.
4. Wat indien er toch sprake is van pestgedrag ?
Indien er toch sprake is van pesten, gaan we daar actief mee om. We volgen hiervoor VIER stappen.
STAP 1
Er eerst zelf ( en samen ) proberen uit te geraken.
STAP 2
Op het moment dat één van de leerlingen er niet uitkomt ( in feite het onderspit delft en verliezer of zondebok wordt ) heeft deze het recht en de plicht het probleem aan de juf voor te leggen.
STAP 3
De leerkracht brengt de partijen bij elkaar voor een verhelderend gesprek en probeert samen met hen de ruzie of pesterij op te lossen en ( nieuwe ) afspraken te maken. Bij herhaling van pesterijen/ruzies tussen dezelfde leerlingen volgen maatregelen/sancties.
STAP 4
Bij herhaaldelijke ruzie/pestgedrag neemt de leerkracht duidelijk stelling en houdt een gesprek met de leerling die pest/ruzie maakt. De leerkracht houdt hiervan een schriftelijke neerslag bij. Bij de derde melding worden de ouders op de hoogte gebracht van het ruzie/pestgedrag. Leerkracht en ouders proberen in goed overleg samen te werken aan een bevredigende oplossing.
De leerkracht biedt altijd hulp aan de gepeste en begeleidt de pester, indien nodig in overleg met de ouders en/of externe deskundigen.
5. Consequenties
De leerkracht heeft het idee dat er sprake is van onderhuids ( niet zichtbaar ) pesten.
In zo’n geval stelt de leerkracht een algemeen probleem aan de orde om langs die weg bij het probleem in de klas te komen.
De leerkracht ziet of hoort dat een leerling wordt gepest en stap 1 t/m 4 leveren geen positief resultaat op voor de gepeste.
De leerkracht neemt duidelijk een stelling in. De “straf” is opgebouwd in 5 fases; afhankelijk van hoelang de pester door blijft gaan met zijn/haar pestgedrag en geen verbetering vertoont in zijn/haar gedrag:
FASE 1
- één of meerdere pauzes binnen blijven
- nablijven tot alle kinderen naar huis vertrokken zijn
- een schriftelijke opdracht zoals een stelopdracht over de toedracht en zijn of haar rol in het pestprobleem
- door gesprek : bewustwording voor wat hij/zij met het gepeste kind uithaalt
- afspraken maken met de pester over gedragsveranderingen. De naleving van deze afspraken komen aan het einde van iedere week ( voor een periode ) in een kort gesprek aan de orde. Gesprekken worden altijd schriftelijk vastgelegd door de leerkracht.
FASE 2
- Een gesprek met de ouders, als voorgaande acties op niets uitlopen. De medewerking van de ouders wordt nadrukkelijk gevraagd om een einde aan het probleem te maken. De school heeft alle activiteiten vastgelegd in een map en de school heeft al het mogelijke gedaan om een einde te maken aan het pestprobleem.
FASE 3
- Bij aanhoudend pestgedrag kan deskundige hulp worden ingeschakeld zoals CLB of de pedagogische begeleidingsdienst, de schoolarts,….
FASE 4
- Bij aanhoudend pestgedrag kan er voor gekozen worden om een leerling tijdelijk in een andere klas te plaatsen.
FASE 5
- In extreme gevallen kan een leerling geschorst of uitgesloten worden.
BEGELEIDING VAN DE GEPESTE LEERLING
Medeleven tonen, luisteren en vragen : hoe en door wie wordt er gepest ?
Nagaan hoe de leerling zelf reageert, wat doet hij/zij voor, tijdens en na het pesten ?
Huilen of heel boos worden is juist vaak een reactie die een pester wil uitlokken. De leerling laten inzien dat je op een andere manier kunt reageren.
Zoeken en oefenen van een andere reactie : bijv. je niet afzonderen…
Het gepeste kind laten inzien waarom iemand pest.
Nagaan welke oplossing het kind zelf wil.
Sterke kanten van de leerling benadrukken.
Belonen ( schouderklopje ) als de leerling zich anders/beter opstelt.
Praten met de ouders van de gepeste leerling en de ouders van de pester.
Het gepeste kind niet “over”beschermen bijv. naar school brengen of “ik zal het de pesters wel eens gaan vertellen”. Hiermee plaats je het gepeste kind juist in een uitzonderingspositie, waardoor het pesten zelfs nog kan toenemen.
BEGELEIDING VAN DE PESTER
Praten; zoeken naar de reden van het ruzie maken/pesten ( baas willen zijn, jaloezie, verveling, zich buitengesloten voelen… ).
Laten zien wat het effect van zijn/haar gedrag is voor de gepeste.
Excuses laten aanbieden.
Laten inzien welke sterke ( leuke ) kanten de gepeste heeft.
Pesten is verboden in en om de school : wij houden ons aan deze regel ; straffen als het kind wel pest – belonen ( schouderklopje ) als het kind zich aan de regels houdt.
Kind leren niet meteen kwaad te reageren, zich leren beheersen, de “stop-eerst-nadenken-houding” of een andere manier van positief gedrag aanleren.
Contact tussen ouders en school : elkaar informeren en overleggen. Inleven in het kind : wat is de oorzaak van het pesten ?
Zoeken van een sport- of jeugdclub waar het kind kan ervaren dat contact met andere kinderen wel leuk kan zijn.
Inschakelen van hulp; sociale vaardigheidstrainingen, huisarts, CLB…
HULP AAN DE ZWIJGENDE MIDDENGROEP
Om de zwijgende middengroep tot bondgenoot in de strijd tegen het pesten te maken zijn de volgende acties mogelijk :
Pesten aan de orde stellen in de klas door bijvoorbeeld aandacht voor dit pest-actie-plan en het onderwerp regelmatig terug te laten komen. Telkens in andere bewoordingen en ook gebruik makend van verschillende werkvormen.
Als een leerkracht met de klas spreekt over pesten, is het raadzaam geen pestsituatie in de klas als uitgangspunt te nemen, maar het onderwerp daar bovenuit te tillen. Gebeurt dit niet dan kan de klas het probleem ontkennen, het slachtoffer de schuld geven of zeggen dat het maar een grapje is. Of de pesters gaan het slachtoffer voor zijn “klikken” bestraffen.
Via rollenspel het buitengesloten zijn aan den lijve laten ondervinden.
HULP AAN DE OUDERS
In diverse publicaties vonden we volgende adviezen :
Ouders van gepeste kinderen :
Houd de communicatie met uw kind open, blijf in gesprek met uw kind.
Als pesten niet op school gebeurt maar op straat of in de buurt, probeert u contact op te nemen met de ouders van de pester om het probleem bespreekbaar te maken.
Pesten op school kunt u het best direct met de leerkracht bespreken.
Door positieve stimulering en zgn. schouderklopjes kan het zelfrespect vergroot worden of weer terug opgebouwd worden.
Stimuleer uw kind tot het beoefenen van een sport.
Steun uw kind in de idee dat er een einde aan het pesten komt.
Ouders van pesters :
Neem het probleem van uw kind serieus.
Raak niet in paniek: elk kind loopt kans een pester te worden.
Probeer achter de mogelijke oorzaak te komen.
Maak uw kind gevoelig voor wat het anderen aandoet.
Corrigeer ongewenst gedrag en benoem het goede gedrag van uw kind.
Maak uw kind duidelijk dat u achter de beslissing van de school staat.
Besteed extra aandacht aan uw kind.
Stimuleer uw kind tot het beoefenen van een sport.
Alle andere ouders
Neem de ouders van het gepeste kind serieus.
Stimuleer uw kind om op een goede manier met andere kinderen om te gaan.
Corrigeer uw kind bij ongewenst gedrag en benoem goed gedrag.
Geef zelf het goede voorbeeld.
Leer uw kind voor anderen op te komen.
Leer uw kind voor zichzelf op te komen.
Wanneer er op school iets is gebeurd en het is opgelost, kom er dan thuis niet op terug. Opgelost is opgelost !
Denk goed na wat u zoal bespreekt aan tafel, want denk eraan dat kinderen heel veel horen en opslaan !
CYBERPESTEN !
Moderne media gebruiken zorgt voor nieuwe misbruiken die om de hoek loeren. Internet en sociale media zijn bedoeld voor privé-gebruik. Wanneer wij in de klas deze media gebruiken zijn de kinderen steeds onder toezicht van een volwassene die goed weet op welke sites de kinderen bezig zijn. Daarom vragen we u als ouder ook goed te kijken op welke sites de kinderen surfen, welke contacten ze via mail of andere sociale media onderhouden… Maar ook hier geldt het gezegde : woorden wekken, voorbeelden trekken… We zijn reeds te weten gekomen dat er vanuit de ouders lasterlijke dingen geschreven werden i.v.m. andere kinderen, leerkrachten, de school… Denk goed na vooraleer u zulke dingen openbaar maakt, er zou wel eens een aanklacht wegens laster en eerroof kunnen volgen. Sociale media zijn bedoeld voor privé-gebruik niet om zijn gelijk te halen of iemand in een slecht daglicht te stellen. Daarom is “media-wijsheid” ook een onderdeel van ons leerplan.